Op weg naar Nelson

Vandaag naar Nelson gereden. Om half vijf ingecheckt. Het is net of net of we 30 of 40 jaar in de tijd zijn teruggegaan. We logeren hier 2 nachten in een B&B, heel ouderwets. De kamer heeft een erker met een zitje erin. De plafonds zijn hoog, de meubels donker en ouderwets. De kamer heeft verder alles wat nodig is, inclusief eenbadkamer, jammer genoeg geen airconditioning. Wel een plafondventilator. Het is hier onverwachts warm. We hebben na aankomst nog even buiten gezeten op de veranda in het zonnetje. Het is volgens de weerapp nu nog 24 graden, terwijl het al kwart over zes is.
We hoefden niet zo heel ver te rijden vandaag dus alles op het gemakje gedaan. Nadat we weer uitgebreid ontbeten hadden in het hotel reden we Blenheim rond tien uur uit. We reden daar langs een riviertje met een park er langs en we zijn daar nog even een rondje gaan lopen. Eigenlijk zaten we vlak bij het hotel waar we gelogeerd hadden. Gisteravond trouwens weer Indiaas/Maleis gegeten. Alles was dicht daar, terwijl we allerlei zaakjes tegenkwamen. Dit restaurant was wel open, dus dan maar weer hetzelfde eten.
Ongeveer halverwege hebben we nog een paar wandelingen gemaakt bij Havelock, eentje langs de baai. Er zaten heel veel zwarte zwanen. Het gebied stond bijna droog, want het was eb, blijkbaar broeden er veel vogels. Daarna een eind buiten de stad een flinke wandeling door vrij ongerept bos gemaakt. Het stikte van de zilvervarens. Als die ouder zijn lijken het net palmbomen met in plaats van palmbladeren in de kruin een grote varen. De onderkant van de bladeren zien zilverachtig wit. Vandaar de naam. Het is ook de plant die ze op de nieuwe Nieuw Zeelandse vlag willen zetten. Daar is een referendum over gaande.